Dit reglement bepaalt aan welke voorwaarden een geleverde prestatie dient te voldoen om opgenomen te worden in de clubranglijsten of om als clubrecord (CR) erkend te worden. Al wat in volgende artikels voor clubrecords geldt, is telkens ook van toepassing voor de clubranglijsten.
Art. 1: Dit reglement bepaalt aan welke voorwaarden een geleverde prestatie dient te voldoen om opgenomen te worden in de clubranglijsten of om als clubrecord (CR) erkend te worden. Al wat in volgende artikels voor clubrecords geldt, is telkens ook van toepassing voor de clubranglijsten.
Art. 2: Enkel prestaties die geleverd worden door KAPE-atleten met een voor het betrokken seizoen geldige VAL-wedstrijdvergunning komen in aanmerking.
Art. 3: Er worden aparte clubrecords opgesteld voor indoor- en outdoorprestaties, met uitzondering voor de masters waarvoor enkel outdoorclubrecords worden bijgehouden.
Art. 4: De prestaties worden onderverdeeld in volgende categorieën:
– Vrouwen: benjamins, pupillen, miniemen, cadetten, scholieren, juniors, masters (CR’s per masterscategorie) en “alle categorieën”.
– Mannen: benjamins, pupillen, miniemen, cadetten, scholieren, juniors, masters (CR’s per masterscategorie) en “alle categorieën”.
Art. 5: Men kan een clubrecord vestigen in zijn eigen categorie en/of in “alle categorieën”.
Voor estafetten impliceert dit dat voor een geldig clubrecord alle deelnemers tot dezelfde categorie dienen te behoren, behalve bij de masters. Daar geldt een clubrecord in de masterscategorie van de jongste deelnemer.
Voor een clubrecord “alle categorieën” dient de proef volledig identiek uitgevoerd te zijn als bij de seniors.
Art. 6: Een geldige prestatie geleverd in een hogere categorie, die – omwille van de aard van de proef – in deze hogere categorie, noch in de eigen categorie, noch in “alle categorieën” kan geplaatst worden, wordt geplaatst in de ranglijsten van deze hogere categorie en kan dus eventueel ook in aanmerking komen als clubrecord in deze categorie (de enige uitzondering op Art. 5).
Art. 7: Enkel door de VAL gehomologeerde prestaties op door de VAL erkende wedstrijden of prestaties geleverd op door de Raad van Bestuur vooraf erkende en aan de leden bekendgemaakte wedstrijden, komen – mits gestaafd door een officiële wedstrijduitslag (atleet, plaats, datum, prestatie) – in aanmerking voor een clubrecord. Voor alle wedstrijden t.e.m. 600 m worden vanaf het seizoen 2011-2012 enkel nog elektronische tijden aanvaard, hierop is slechts één enkele uitzondering namelijk van de wedstrijden over 600 m voor benjamins worden ook handgestopte tijdopnames aanvaard. De vroegere prestaties (van voor 2011-2012 dus) met handgestopte tijdopname blijven wel geldig.
Deze handgestopte tijden worden voor het bepalen van het clubrecord gerangschikt met een correctie van + 0,24 sec. tegenover de elektronische tijden. Bij een eventueel ex-aequo krijgt de elektronische tijd voorrang. Voor loopwedstrijden langer dan 600 m (+ 600 m voor benjamins) komen ook prestaties met handgestopte tijden nog steeds in aanmerking (en dit zonder bovenvermelde correctie).
Voor proeven waarvoor een windmeting noodzakelijk is gelden ook voor KAPE de VAL/IAAF windnormen om deze prestatie te kunnen homologeren.
Art. 8: Dit artikel bepaalt in welke disciplines men een clubrecord kan vestigen:
– Individuele proeven: alle proeven die officieel voor de betrokken categorie door de VAL op het wedstrijdprogramma toegelaten worden + wedstrijden die meer dan 5 jaar op het programma hebben gestaan én waarvoor een clubrecord bestaat.
– Meerkampen (vanaf cadetten): enkel klassieke meerkamp + klassieke vijfkamp.
– Estafetten: per categorie komen enkel de estafettenwedstrijden waarvoor kampioenschappen worden georganiseerd in aanmerking voor een clubrecord. Andere vormen van estafettenwedstrijden komen enkel in aanmerking voor “alle categorieën”. Indoor kan men enkel een clubrecord vestigen over 4 x 200 m.
– Voor loopwedstrijden op de weg kan men een clubrecord vestigen op halve marathon, marathon, ekiden en 100 km op voorwaarde dat deze wedstrijden erkend zijn door VAL en IAAF. Op alle andere afstanden op de weg kan men geen clubrecord vestigen, ook al zou de VAL zelf voor deze afstanden records opstellen.
Art. 9: Telkens wanneer het reglement betreffende een proef verandert, dient de Raad van Bestuur te oordelen of deze proef nog dient afgewogen te worden tegenover de vorige prestaties of aanzien wordt als een nieuwe proef.
Art. 10: De clubranglijsten zoals gepubliceerd op de KAPE-website tellen als de enige officiële. Eventuele niet-opgenomen prestaties kunnen enkel nog toegevoegd worden – mits voorlegging van de officiële wedstrijduitslag (atleet, plaats, datum, prestatie) – tot max. 2 jaar na de geleverde prestatie. Enkel voor masters geldt deze regel niet.
Art. 11: Niet-reglementaire prestaties, die per vergissing toch gehomologeerd worden (een bepaalde afstand, hoogte, gewicht, enz. … foutief), of typfouten in de wedstrijduitslag, kunnen niet als clubrecord aanvaard worden. Het is de sportieve plicht van iedere atleet om – indien hij dit weet – dit te melden.
Dit reglement gaat in vanaf het seizoen 2011-2012.
Goedgekeurd in de Raad van Bestuur op 07.11.2011.
Aangepast in de Raad van Bestuur op 06.10.2014 (600 m).
Toelichtingen:
Opm. 1: Motivatie voor behoud van handtijden van voor 2011-2012.
a. gezien vroeger atleten nooit of slechts zelden een tijd via elektronische tijdopname konden lopen, zou men de prestaties van de oudere generaties gewoon uitsluiten.
b. bovendien hebben sommige atleten vroeger op bepaalde proeven mogelijk prestaties geleverd met zowel een handtijd als een elektronische tijd. Omdat de handtijd beter was, werd de elektronische tijd niet opgenomen in de KAPE-ranglijsten. Het zou dus niet eerlijk zijn de betrokkenen hun CR of Top 10-plaats af te nemen, terwijl hun – niet bijgehouden – elektronische tijd mogelijk ook nog een clubrecord of een hoge Top 10-plaats zou zijn.
Opm. 2: Windmeting.
Er is een periode geweest dat KAPE prestaties met windmeting tot max. + 4,0 m/s aanvaardde. Hiervoor geldt dezelfde redenering als hierboven om deze prestaties met iets teveel rugwind in de ranglijsten te behouden. Het gaat trouwens maar om een zeer beperkt aantal prestaties en bovendien zou dit – ook indien men dat zou willen – niet volledig meer te reconstrueren zijn.
Opm. 3: Wijziging proef.
Het principe is hier dat wanneer een proef ‘gemakkelijker’ wordt, men het oude clubrecord dient te overtreffen en dat indien de proef ‘moeilijker’ wordt het als een nieuwe proef wordt aanzien. De uiteindelijke beslissing hierover ligt telkens bij de Raad van Bestuur (zie art.9).
Opm. 4: Masters M35.
De masters-categorie M35 werd pas ingevoerd vanaf het seizoen 2005-2006. Voorheen waren dit nog ‘seniors’ en werden deze prestaties enkel geplaatst onder ‘alle categorieën’. Wellicht is dit maar voor een zeer beperkt aantal prestaties uit het (verre) verleden van toepassing, maar voor de categorie M35 betekent dit dat het huidige of toekomstige M35-clubrecord niet altijd 100 % zeker ook daadwerkelijk de beste KAPE M35-prestatie aller-tijden is.