Spurt en horden voor cadetten, scholieren en juniors
September 16, 2024 at 2:24 am

Spurt en horden voor cadetten, scholieren en juniors

Alles over “spurt” en “horden” bij cadetten, scholieren en juniors … bedenkingen van onze trainer Paul Sauviller over beide disciplines.

horden10



Alvorens een idee te geven over hoe de trainingsopbouw voor een atleet er kan uitzien, zou ik toch graag enkele bedenkingen willen maken aangaande de sfeer waarin een atleet/atlete kan verkeren tijdens het beoefenen van zijn of haar keuzesport.

Vanaf kadet dienen onze atleten meer schematisch en trainings-structureel begeleid te worden.Van groot belang is de noodzaak voor de jeugdige atleet/atlete om reeds een eerste (soms reeds definitieve) keuze te maken voor één of meerdere disciplines, waarvoor hij/zij het daaraan verbonden trainingswerk wil verrichten. Grote zorg dient besteed te worden aan de begeleiding tijdens de trainingsopbouw, aangezien onze nog jonge atleten in een fase van hun leven zijn gekomen, waar enorme biologische groeimomenten en veranderingen plaatsvinden, die de jeugdige sportbeoefenaars niet alleen fysiek maar ook psychologisch dienen te verwerken. Komt daarbij dat ook de schoolse activiteiten een zware belasting kunnen vormen naast de gewone dagelijkse leertoestanden.

Samengevat : onze jeugdige atleet wordt op alle fronten belaagd en dan moet hij ook nog sport van een goede kwaliteit beoefenen. Juiste en goed gedoseerde training, die consequent kan opgevolgd worden, is prioriteit nummer 1.

Het lijkt logisch dat de atleet een atletiekdiscipline kiest die het sterkst beantwoordt aan de aangeboren talenten. Dit is echter niet altijd het geval en zowel als trainer en/of als ouder dient men dan ook te aanvaarden, dat die eerste keuze van een discipline niet altijd de meest logische keuze is, maar – het moet wel duidelijk zijn – dat die keuze moet overeenstemmen met wat de atleet aan trainingsarbeid wil verrichten.

Anderzijds moet men als trainer ook zijn verantwoordelijkheid opnemen en een atleet op een gefundeerde manier in een andere richting – dus naar een andere discipline sturen – wanneer die eerste keuze op termijn absoluut niet te verenigen is met de fysieke of potentiële mogelijkheden van de atleet in kwestie.

We gaan er nu van uit dat een atleet correct heeft gekozen. De trainingen vanaf niveau kadet zijn gebaseerd op een meerjarenplanning die grosso modo overeenstemt met de periode die zij in een bepaalde leeftijdscategorie zullen door-brengen. Binnen deze planning vinden wij een periodisering gebaseerd op winter- en zomerseizoen m.a.w. een opbouwperiode tijdens de winter, die de atleet in staat moet stellen om een zomercompetitie van hoog niveau te betwisten binnen het kader van zijn of haar potentieel. Bewust zal in de winter geen hoge competitiepiek nagestreefd worden, aangezien de atleten pas als senior voldoende fysieke kracht en psychologische weerbaarheid hebben kunnen intrainen, om gedurende de winter een indoorpiek na te streven, en in de zomer een tweetal competitiepieken te bereiken. Maar ook bij de seniors zien wij soms dat bewust de wintercompetitie ondergeschikt wordt gemaakt aan de zomerwedstrijden.

Hoe bouwen we zulk een jaar- schema op. Een voorbeeld ter illustratie voor een student/atleet die algemeen sprint en/of horden traint :

Eerste periode  = conditiefase : winterperiode vanaf midden oktober of begin november.

duur = ongeveer 6 tot 8 weken.

doel = musculatuur, bedrevenheid en respiratorisch vermogen aanpassen en verbeteren in  functie van de gekozen discipline.

methode = elke parameter door maximale belasting verbeteren.

Tweede periode = voorbereidingsfase : winterperiode vanaf december.

duur = ongeveer 2 tot 4 maanden.

doel = de atleet fysiek en psychologisch voorbereiden op competitie.

methode = de zwaarte van de belasting neemt af, en de intensiteit stijgt door meer specifiek te trainen.

Derde periode = eerste competitiefase : lenteperiode vanaf april.

duur = ongeveer 4 tot 8 weken.

doel = fysiek en psychologisch op zijn of haar topniveau competitie beoefenen.

Methode = de algemene belasting daalt verder, terwijl de maximale intensiteit word nagestreefd.

Vierde periode = eerste herstelfase : blok- en examenperiode.

duur = 2 tot 5 weken.

doel = de atleet een zo groot mogelijke herstelperiode op elk vlak bieden.

Methode = actieve rust waarin de atleet alleen conditioneel en algemeen werk verricht.

Vijfde periode = tweede competitiefase : zomerperiode vanaf juli.

duur = 6 tot 12 weken.

doel = fysiek en psychologisch op zijn of haar topniveau competitie beoefenen.

methode = maximale intensiteit zo lang mogelijk op een behoudend niveau betrachten.

Zesde periode = tweede herstelfase : oktober.

duur = 2 tot 4 weken.

doel = de atleet een zo groot mogelijke herstelperiode aanbieden, teneinde alle kleine en soms onbeduidende kwetsuurtjes volledig te laten genezen.

methode = afhankelijk van het voorbije lente- en zomerseizoen kan men opteren voor :

a) totale rust

b) actieve rust

c) een combinatie van beide.


Tot besluit.

Het correct plannen is een essentieel deel van een goede training, waarbij de persoonlijkheid van de atleet van diepe invloed kan zijn voor de voor de atleet zelf noodzakelijk ideale opbouw, die naar zijn beste prestaties moet leiden.

Het komt dan ook wel vaker voor dat de atleet niet altijd goed inzicht heeft in de voor hem of voor haar gebruikte opbouw of trainings-methode. Het is echter niet altijd mogelijk om de gebruikte methode tijdens een bepaalde periodisering haarfijn uit te leggen. Als motto moet gelden dat vertrouwen tussen atleet en trainer de bouwsteen is van een goede trainingsrelatie.

Paul Sauviller

0 likes Trainingstips # ,
Share: / / /

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Zoeken
Sponsors
Blijf op de hoogte
FitFree
G-Atletiek bij KAPE
G-Atletiek
G-Atletiek bij KAPE
Archief per maand