Een wedstrijd die elk jaar meer en meer deelnemers telt. Dat was te merken aan de wachtrijen voor de bussen naar Tongerlo. Rond kwart voor twee aangekomen in Averbode, pas rond twintig voor drie uit de bus gestapt. Nog snel inschrijven, je nummer opspelden en je rugzak afgeven … dan heb je nog maar 10 minuten meer om op te warmen.
De benen voelen goed aan. Het startschot klinkt en je passeert de startstreep. Ook hier is er een zandlopersstart, maar dan nog is de ruimte om te lopen te klein, zeker als je al na 300 meter moet afslaan. En de wegen worden nog smaller. Met alle gevolgen vandien: vlak voor mij valt iemand, ik help hem recht en samen plaatsen we een versnelling om iets comfortabeler te lopen. Alleen is die van hem iets fanatieker. Pas op 3 kilometer, net na het tunnelleke, kijk ik op mijn klok: 15 min 45. Ik voel me goed en versnel. Naast mij versnelt ook een koppel. Samen vormen we een pelotonnetje. We lopen samen tegen iets meer dan 12 km/uur en rapen een hele hoop te snel vertrokken lopers op.
De boswegen liggen er vandaag – op enkele plaatsen na – droog bij (en dat zal ik geweten hebben … nog een hele week met zand in mijn schoenen rondgelopen). Rond kilometer 7 rapen we mijn metgezel van daarnet op, om hem een kilometer later weer achter te laten. We passeren het punt van kilometer 13 in 1 uur 5 min 16 sec.
Vanaf dan is het een kilometer vals plat naar boven en dat voel ik direct in de benen. Ik minder het tempo wat met de helling van Averbode in het achterhoofd. Die klim is dit jaar niet door, maar langs de abdij. Ik verteer hem beter dan verwacht. Net na kilometer 15 kom je aan de vijver uit, maar dit jaar moet je er helemaal omheen en in de laatste 500 m heeft de wind vrij spel. Plots zie ik de klok van de eindmeet, te laat om nog echt te versnellen in de zandbak die ervoor ligt.
Het goede gevoel heeft zich vertaald in een toptijd voor mij: 1 uur 22 min 6 sec. Na rehydratatie met een Tongerlo en een babbel met een collega keer ik huiswaarts.
Gert Konings