In de rubriek “Ontluikend” van het atletiektijdschrift “Atletiekleven” verscheen in oktober 2000 van de hand van Pierre Malongré een artikel over twee KAPE-atleten : Wim De Hoon & Ellen Van Wallendael. Leest u mee ?
Een Belgische titel als verjaardagsgeschenk
Scholier Wim De Hoon en kadet Ellen Van Wallendael plaatsten dit jaar het letterwoord KAPE (Koninklijke Atletiekclub Kapellen) meer dan eens in de belangstelling. In Leuven behaalden beide atleten een Vlaamse titel (Wim in de 400 meter horden, Ellen in de 300 meter horden) en op het Belgisch kampioenschap in Oordegem stonden ze opnieuw op het podium. Wim helemaal bovenaan, Ellen als derde, allebei met een persoonlijk record (54″87 en 45″94). Voor Wim, die op de dag van de finale 17 jaar werd, toch wel een uitzonderlijk verjaardagsgeschenk.
Eigenlijk is het merkwaardig dat de relatief kleine club uit de Noord-Antwerpse regio met de regelmaat van een klok technisch talent naar voor schuift. Je zou verwachten dat op de zware poldergrond rond Stabroek, Hoevenen en een beetje Kapellen vooral afstandlopers aan hun trekken komen. Mannen en vrouwen die met een verbeten trek op hun aangezicht in de schaduw van de Antwerpse havenindustrie sporen in het slijk van de polders trekken. Maar neen. Eerst zorgde de regio voor een fameuze generatie werpers (o.a. Frank Stockmans, Peter en Johnny Vandeneynden, Dirk Vander Avert), daarna leverde Kapellen een groep fijnbesnaarde meerkampers af (o.a. Kim Hendrickx en Raf Zuodar) en momenteel maken de hoogtechnische hordelopers de dienst uit. Van waar komen ze ? Wat doen ze ? Wat is hun geheim ? Het antwoord op die vragen is eenvoudig: een heel polyvalente training voor de jongeren en bekwame specialisten als trainer.
Wim De Hoon deed in de jeugdreeksen alles – van veldlopen tot meerkampen – en belandde uiteindelijk in de groep van trainer Paul Sauviller, waar hij de knepen van het vak ‘horden’ onder de knie kreeg. Ellen Van Wallendael zag mannen als Kristof Gorts en Wim De Hoon aan het werk en kreeg een jaar geleden eveneens de smaak te pakken. De opvang in de groep was voortreffelijk, de resultaten navenant. “Het gaat zo goed dat ik zelfs de voetbalschoenen aan de haak heb gehangen”, vertelt Wim De Hoon, die terugdenkt aan ’98 toen hij als kadet eveneens een Vlaamse en een Belgische titel won op de 400 meter vlak. “Veel jaren combineerde ik voetbal met atletiek, maar nu heb ik mijn keuze gemaakt. In de atletiek kwam ik als allrounder goed aan mijn trekken. Ik hield van afwisseling en probeerde alle disciplines uit. Dit jaar kwam de specialisatie meer en meer aan bod en ontwikkelde ik mij als een hordeloper. Ook naar de toekomst toe zie ik mij in dit nummer evolueren.”
“Voor mij was 2000 het eerste ‘hordejaar’.” aldus Ellen Van Wallendael. “Vorig jaar was ik op de sukkel met groeipijnen in de knie. Ik liep alleen 800 meter maar ik zag het niet echt zitten. Tot ik de hordelopers aan het werk zag. Zo gauw ik het licht op groen kreeg, begon ik me op de horden toe te leggen en ik heb er nog geen seconde spijt van gehad. Integendeel. Ik sta een beetje verwonderd te kijken naar wat ik met een toch beperkte voorbereiding heb kunnen realiseren.”
Met het verkeerde been
De prestaties van het duo zijn niet min. In Leuven vertrok Wim De Hoon als lijstaanvoerder 400 meter horden in de favorietenrol. Hij maakte met een PR van 55″51 en een Vlaamse titel die rol waar en trok boordevol vertrouwen naar het BK in Oordegem. Ook daar voldeed hij aan de verwachtingen met een PR in de reeksen (55″02) en opnieuw een record (54″87) en een zege in de finale. “Het was bijna een perfecte race. De start was goed, alle horden werden technisch goed genomen en ik kon de inspanning tot op de streep volhouden. Ik denk niet dat ik momenteel veel beter kan. Overigens is dat niet zo heel belangrijk. Ik besef dat ik nog tijd genoeg heb om snellere chrono’s op het bord te krijgen. Ik wil me absoluut niet verbranden in de scholierenreeks want ik wil mijn beste prestaties leveren als ik senior ben.”
Ellen Van Wallendael liep in Leuven in de 300 meter horden als tweede over de streep maar toen de jury de winnares diskwalificeerde – wegens het verlaten van de baan – kreeg zij het goud om de hals. Op het Belgisch kampioenschap haalde ze brons met een persoonlijk record van 45″94. “In Leuven speelden de zenuwen me parten en startte ik zelfs verkeerd. Ik nam alle horden met het verkeerde aanvalsbeen – ik weet nu dat ik tweebenig ben – maar verbeterde wel het 18 jaar oude clubrecord met 1/100ste (47″45) ! In Oordegem verpulverde ik mijn persoonlijke records in de reeksen en de finale. In het begin van het jaar dacht ik dat ik het clubrecord zou kunnen verbeteren en dat in het beste geval een tijd van nipt onder de 47 seconden mogelijk was. Aan medailles op een kampioenschap dacht ik zelfs niet. Ik deed uiteindelijk anderhalve seconde beter dan verwacht en heb goud en brons in de trofeeënkast. Je moet dus niet vragen of ik tevreden ben.”
Wim en Ellen trainen in dezelfde groep, winnen medailles op dezelfde kampioenschappen, kunnen voorlopig studies en sport uitstekend combineren en stappen vanaf november over naar de juniores- en scholierenreeks. Over hun trainer, Paul Sauviller, en zijn kennis en begeleiding zijn ze vol lof. Ellen: “Paul stimuleert, motiveert en adviseert. Hij is er altijd voor de atleten en dat is heel belangrijk als het eens wat moeilijker gaat.”
Pierre MALOMGRÉ
(met dank aan Michel Jordens – hoofdredacteur “Atletiekleven” – voor de toelating tot publicatie van dit artikel).