In het kader van een uitgebreid verslag over de “VAL-Jongerentrofee” in het atletiektijdschrift “Atletiekleven”, verscheen in november 2002 een artikel over Tatjana Richter, dit naar aanleiding van haar tweede plaats bij de miniemen-meisjes.. Leest u mee ?
TATJANA RICHTER
Voor Tatjana Richter (KAPE) werd haar eerste deelname aan de VAL-Jongerentrofee een echte meevaller : “Tijdens de wedstrijden is de sfeer heel goed, ik heb er zelfs ondanks de sportieve concurrentie goede vriendinnen aan overgehouden. Ook de wedstrijden zijn leuk, enkel in Sint Niklaas was het door de grote deelname lang wachten”. Tatjana kwam 6 keer aan de start. In Wespelaar, Booischot en Oostende sloot ze de meerkamp af als winnaar, in de eindstand eindigde ze 2de na Rayah Wauters (LOOI) met een achterstand van ruim 700 punten : “Rayah is gewoon onklopbaar, ze loopt heel goed en is ook heel sterk in het verspringen, maar ook Valerie Desmet (KAAG) en Els De Wael (AVLO) – die echter aan onvoldoende wedstrijden deelnam om in de eindrangschikking te komen – waren sterke tegenstanders. Bij de laatste wedstrijd in Oostende – met de tweede plaats als inzet – was zowel Valerie als ikzelf erg zenuwachtig, zodat we beiden ondermaats presteerden. Maar zo bleef wel mijn tweede plaats veilig, een plaats die ik als eerstejaars zeker niet verwacht had”. Tatjana – die begonnen is aan haar eerste jaar Sportwetenschappen aan het Koninklijk Atheneum van Ekeren – heeft zich dit seizoen iets meer naar de meerkampen gericht, maar daar had ze een goede reden voor : “Met uitzondering van de 1000 m, doe ik eigenlijk alle proeven graag. Mocht een keuze zich opdringen, dan zou ik echt niet weten wat kiezen. Speerwerpen, hoogspringen en de 300 m behoren momenteel tot mijn favoriete nummers, maar ook de andere proeven wil ik niet graag laten schieten. Daarom is de meerkamp voor mij de ideale oplossing”. Haar training is dan ook erg polyvalent en ze laat niet na om àl haar trainers voor dit succesrijk seizoen te bedanken. “Voor mij is elke wedstrijd belangrijk, niet voor de plaats, maar wel voor de prestaties. Ik vind het trouwens niet altijd leuk om op het podium te staan, omdat men je dan wel eens als een “dikke nek” bekijkt. Maar ik doe natuurlijk altijd mijn best”, eindigt de miniem uit Stabroek.
Hugo De Hoon
Met dank aan “Atletiekleven” voor publicatie van dit artikel.